1 maart 2023
3 min.

Op 1 januari 2023 trad Boek 5 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in werking. Contracten die vanaf die datum worden afgesloten of vernieuwd, vallen onder de nieuwe regels. Masterstudent-stagiair Sven Mechels werpt een blik op enkele belangrijke elementen.

Buitengerechtelijke ontbinding door een loutere kennisgeving mag, nu ook volgens de wet

Komt je schuldenaar zijn contractuele verplichtingen niet na? Een overeenkomst kan worden ontbonden ten laste van een partij (dus met alle kwalijke gevolgen voor hem) wanneer zijn niet-nakoming voldoende ernstig is of wanneer de partijen zijn overeengekomen dat die de ontbinding rechtvaardigt.

De buitengerechtelijke ontbinding van een contract geeft de mogelijkheid aan een contractspartij om onmiddellijk in te grijpen bij een contractuele fout, in tegenstelling tot bij de gerechtelijke ontbinding waarbij je maanden of zelfs jaren kan wachten totdat de rechtbank een beslissing neemt.

Voorheen werd in de wet enkel melding gemaakt van de gerechtelijke ontbinding. Dankzij Boek 5 is het nu mogelijk om zelf de overeenkomst te ontbinden door een schriftelijke kennisgeving aan je medecontractant met melding van de tekortkomingen die deze buitengerechtelijke ontbinding – volgens jou – rechtvaardigen.

Als hierover discussie ontstaat, blijft de rechter het laatste woord hebben. Elke partij kan na ontbinding naar de rechter stappen om de ontbinding te laten controleren. Gerechtelijke sancties, zoals een ontbinding ten laste van jou als ontbindende partij of een schadevergoeding, zijn mogelijk indien de ontbinding niet verantwoord blijkt. Toch biedt deze werkwijze hoe dan ook perspectieven, aangezien je in de tussentijd wel verder kan en niet belemmerd wordt door een nog afdwingbaar contract.

Tegenstrijdige algemene voorwaarden? Knock-out!

Het gebeurt wel vaker dat ondernemers onderling tegenstrijdige algemene voorwaarden opnemen in overeenkomsten door in de onderhandelingen kort hiernaar te verwijzen. De vraag is, wanneer puntje bij paaltje komt, welke algemene voorwaarden nu écht van toepassing zijn.

Onder de oude wet werden er verschillende oplossingen voor dit conflict toegepast, wat zorgde voor langdurige onduidelijkheid. In het slechtste geval moest een rechter de knoop doorhakken en de uitkomst daarvan was zelden te voorspellen.

Er was de “first shot rule” die stelde dat de algemene voorwaarden van de partij die deze als eerste heeft meegedeeld van toepassing zijn. Soms werd er ook aangenomen dat er geen overeenkomst was aangezien contractspartijen geen wilsovereenstemming hebben over alle substantiële elementen van de overeenkomst. Ook was er toen al de “Knock out-regel” waarbij enkel overeenstemmende algemene voorwaarden in beschouwing worden genomen. Bij tegenstrijdige algemene voorwaarden moest er worden gekeken naar de opgenomen onderhandelde verbintenissen.

Het nieuwe verbintenissenrecht schrijft voor dat onderhandelde voorwaarden voorrang hebben op algemene voorwaarden: er moet dus eerst worden gekeken naar de uitdrukkelijk in het contract opgenomen bepalingen. Indien deze onderhandelde verbintenissen niet overeenkomen met bepaalde algemene voorwaarden zal de overeenkomst louter worden uitgelegd aan de hand van de overeengekomen verbintenissen. Zijn er voor het overige alleen maar tegenstrijdige algemene voorwaarden, zonder duidelijke keuze van de partijen, dan vervallen ze allebei en is het gemeen recht uit de wet van toepassing.

Moeilijke omstandigheden? Een recht op aanpassing

Wanneer een contract wordt gesloten, weet je helaas niet altijd wat de toekomst brengt. Veranderingen die de uitvoering van het contract kunnen beïnvloeden komen vaker voor dan je denkt: Covid-19, de oorlog in Oekraïne,… Volgens de oude wet moest elke partij echter hoe dan ook haar verbintenissen nakomen, ook al was de uitvoering ervan moeilijker geworden.

Het nieuwe verbintenissenrecht laat nu toe om een contractspartij toch enig respijt te geven in functie van gewijzigde omstandigheden, namelijk wanneer:

  • Een verandering van omstandigheden de uitvoering van het contract buitensporig moeilijker maakt, zodat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;
  • Die verandering onvoorzienbaar was bij de contractsluiting;
  • Die verandering niet is ontstaan door een fout van de schuldenaar;
  • De schuldenaar dit risico niet voor zijn rekening heeft genomen, en;
  • De wet noch het contract die mogelijkheid uitsluiten.

De wet vraagt trouwens aan contractspartijen om in dit soort situaties proactief te onderhandelen. Het is niet de bedoeling om deze beoordeling altijd van de rechter te laten afhangen; een zekere goede trouw wordt vereist.

Heb je vragen bij deze wetswijzigingen of heb je meer in het algemeen nood aan advies over een contract? Neem gerust contact met ons op, we helpen graag!